Wederom een recept uit het kookboek Plenty van Yotam Ottolenghi
Benodigdheden voor 4 personen
2 grote lange aubergines – 5 el Olijfolie – 1½ tl Citroentijmblaadjes – 1 granaatappel – 1 tl za’atar (kruidenmengsel)- zeezout – zwarte peper -1,4 dl karnemelk – 100 gr Griekse yoghurt -1½ el. Olijfolie, plus extra om te besprenkelen 1 kleine teen knoflook, fijngewreven snufje zout
Bereiding(ca. 45 min.)
Verhit de oven tot 200 graden.
Snijd de aubergines doormidden en snijd ook midden door het groene steeltje (het steeltje is alleen om naar te kijken: eet het niet).
Maak met een klein scherp mes drie of vier parallelle inkepingen in het vruchtvlees, maar laat de schil heel.
Draai de aubergines 45 graden en snijd ze weer in, zodat er een ruitpatroon ontstaat.
Leg de halve aubergines met de snijkant naar boven op een bakplaat.
Bestrijk met olijfolie en bestrijken ze tot ze alle olie hebben opgezogen.
Bestrijk ze met olijfolie – en blijf ze bestrijken tot het vruchtvlees alle olie heeft opgezogen.
Bestrooi ze met tijmblaadjes en een beetje zout en peper.
Rooster de aubergines 35-40 min waarna het vlees gaar, geurig en lichtbruin moet zijn.
Neem ze uit de oven en laat ze koud worden.
Maak dan de granaatappel en de saus klaar.
Snijd de granaatappel horizontaal doormidden.
Houd de ene helft boven een kom met de snijkant naar de handpalm gericht en sla met de steel van een houten lepel zachtjes tegen de schil.
Blijf met toenemende kracht slaan tot de pitten loslaten en tussen uw vingers door in de kom vallen.
Zeef de pitten als beide granaatappelhelften leeg zijn om stukjes wit vel of vlies eruit te halen.
Klop voor de saus simpelweg de karnemelk, Griekse yoghurt, 1½ el Olijfolie, knoflook en snufje zout door elkaar. Proef op smaak en zet tot gebruik in de koelkast.
Schep voor het opdienen een royale hoeveelheid saus op elke halve aubergine, maar laat de steeltjes onbedekt.
Bestrooi ze met za’atar en flink wat granaatappelpitten en garneer met de citroentijm.
Maak het gerecht af met wat olijfolie.